6 november 2011
Lees hier het interview van Ger Koopmans in Trouw d.d. 5 november 2011
De beeldspraak van Ger Koopmans was treffend. In een interview zaterdag in Trouw noemde hij zichzelf een rechteraanvaller. Maar dat was dan ook het enige rake dat hij zei. Als linkerverdediger is er voor mij weinig voor nodig om zijn aanval te pareren.
Want een aanval was het. Of beter: een charme-offensief. Het geschonden imago van de CDA-fractie moest, na de kwestie Mauro, blijkbaar weer worden opgevijzeld. Maar in het interview komt Koopmans, als aanvaller, eigenlijk niet verder dan verdedigen en daarmee scoort hij absoluut geen punten.
Om te beginnen werd Koopmans geconfronteerd met de peilingen, voor het CDA de slechtste ooit met 11 zetels. Toch had dat in de fractie niet tot paniek geleid, zo meldde hij. Sterker nog, ze hadden het er in de fractie helemaal niet over gehad. En dat is nu precies het probleem van deze fractie. Ze zouden zich, als team, eens wat drukker moeten maken over hun supporters, want die zijn absoluut niet te spreken over hun prestaties.
En als spelers morren, dan moeten ze dat achter gesloten deuren doen, vindt Koopmans. Zo gaf hij de ‘dissidenten’ Ad Koppejan en Kathleen Ferrier, met hun media-optredens, ook nog even een tik na. Het tekent de sfeer in het CDA-team.
Maar Koopmans blijft positief, ook al grenst het aan wereldvreemd. Hij is er namelijk van overtuigd dat het CDA er uiteindelijk op zijn ‘paasbest’ uit zal komen en in 2015 bij de verkiezingen gaat winnen met 35 zetels, maar ook 41 zetels zijn haalbaar. Hoe? Met de juiste leider en het juiste programma. ‘Maar dan moeten we geen fouten maken,’ aldus Koopmans.
Dé leider is Maxime Verhagen, volgens Koopmans, en daarmee maakt hij meteen zijn eerste fout. Een politiek leider moet breed gedragen worden door zijn achterban en kiezers aan zich binden. Op beide onderdelen scoort ‘coach’ Verhagen ver onder de maat.
Voor het juiste programma heeft Koopmans zijn hoop gevestigd op de vernieuwingsoperatie binnen het CDA. Zelf heeft hij echter nog weinig met de, door Jacobine Geel voorgestelde, nieuwe uitgangspunten van het CDA. ‘Ik weet niet zo goed wat ik met compassie moet,’ zo geeft hij toe. En dat verklaart veel over de zakelijke opstelling van de CDA-fractie in de kwestie Mauro.
Zijn stuitende gebrek aan compassie etaleert hij vervolgens door ons, doorgaans hardwerkende, Nederlanders te typeren als luie en schreeuwende bankzittende tv-kijkers met bier en chips. Om daarna een voorbeeld aan te halen van een derde generatie werkloze, waartegen hij had gezegd dat die een schop onder z’n kont nodig had.
Meneer Koopmans, u had ook kunnen vragen waarom die man werkloos is en wat u, als kamerlid, kunt doen om hem aan het werk te helpen. Dat is nou compassie. Dat is het CDA van morgen.
Het doet voor het CDA van vandaag het ergste vrezen. Als je een team hebt met zulke spelers en zo’n voorhoede, hoe krijg je ze dan in vredesnaam zo ver dat ze een andere tactiek gaan volgen en de taal van Jacobine Geel gaan spreken? Misschien moeten we eerst eens van dat ‘spijkerbed’ (Koopmans’ eigen woorden) dat PVV heet, stappen en daarna een nieuwe coach zoeken en een paar nieuwe spelers aantrekken. Misschien dat we daarna onze reputatie van topclub weer waar kunnen maken.
Jouke Douwe de Vries
Initiatiefnemer CDAlert